Vandaag regende het en voorlopig hield het niet op. Eerst reden we bij de familie in de ger langs want Jaap had gezegd dat hij jakkaas wilde kopen. Terwijl Jaap en Bazraa naar binnen gingen, bleven wij even wachten in de auto. Het was nog geen 8 uur. Dat was maar goed ook want Jaap vertelde dat behalve de moeder iedereen nog in de bedjes lag met minstens twee personen. Toen Jaap er weer was gingen we rijden. Niels dacht op de kaart gezien te hebben dat we na 70 km een stuk van ca. 100 km asfalt zouden krijgen, maar nee. De hoofdweg is ook gewoon een modderweg. Onderweg werden we gestopt omdat we door een gebied met mond- en klauwzeer kwamen. Jaap en Diane werden er een beetje zenuwachtig van.
|
hier werden onze wielen een beetje afgespoten |
Op een gegeven ogenblik leek het net alsof het ondanks de modderweg, toch lekker opschoot. Toen zaten we ineens vast in een soort moeras. Wij duwen. Stenen zoeken voor onder de wielen... Maar het werd alleen maar erger.
|
vast maar het lijkt te overzien |
Op een bepaald moment zei ik tegen Bazraa; 'kom mee. We gaan hulp halen in die ger. Jij moet mee want ik kan het niet alleen" Dat deden we.
|
hier gingen we heen |
Van een afstand begon Bazraa al te roepen want ze zag een hond. Er kwam een oude man op ons af die ons uitnodigde mee naar binnen te gaan. Binnen in de ger zaten twee mannen op de grond met het achterwiel van een motor. Ze waren de kogellager aan het vervangen. De ene man zat op zo'n typische manier dat ik meteen wist waarom Downers mongolen genoemd worden. In een van de bedden lag onder een jas iemand te slapen met een klein kindje. Er liep een meisje in een roze "frozen" jurkje rond dat aan haar grote zus vroeg haar haren te kammen. Ik kreeg een krukje onder mijn kont gedouwd en de zoon des huizes van zo'n jaar of 12 kwam binnen om ons airak en gedroogde jakyoghurt aan te bieden. Bazraa deed het verhaal en er kwam volgens mij geen enkele reactie. De mannen gingen onverstoorbaar door met waar ze mee bezig waren. Mannen van weinig woorden. Opeens kwam de persoon op bed in beweging. Het bleek een vrouw te zijn. Ze deed haar truitje aan en haar jas en ging naar buiten om de paarden te melken. Wij gingen maar weer terug. Volgens Bazraa zouden ze komen om te helpen. Ik had geen idee hoe ze daar bij kwam. Maar inderdaad na een half uur kwamen er twee mannen naar buiten die hun vrachtwagentje volladen met balken en onze kant op kwamen.
|
balken onder de wielen en krikken |
|
veel gemodder en gedoe |
|
maar het is deze twee helden gelukt om ons weg te krijgen. Als beloning kregen ze een sigaret van Moogie. Ze gingen er eens lekker bij zitten en haalden van alles uit hun gewaden en hun laarzen |
We konden weer verder. Dit geheel had ons ruim twee uur gekost en we moesten nog een heel eind. Het regende nog steeds.. Ergens in een heel klein dorpje gingen we in een tentje lunchen. (prima bami) We reden door het groene land dat langzaam aan steeds steppe-achtiger werd. We zagen een paar grote meren waarvoor we niet écht konden stoppen en eruit gaan want Moogie wilde door. Op het eerste gezicht zaten er: grutto's, kluten, mongoolse plevieren en bergeenden. Op de steppe zagen we een vos lopen en arendbuizerden zitten. We zagen steppehoenders en steen arenden. Toch aardig voor eigenlijk niet stoppen.
Toen kwamen we bij Ongii. Een vervallen klooster met een gerkamp ernaast. Het klooster was al dicht. dat bekijken we morgen wel. Eerst maar eens lekker eten.
|
na zo'n regendag gaat de zon wel heel mooi onder |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten