Brug over de rivier de Yantra
De Tsarenvetsj in Veliko Turnovo slang
De Tsarenvetsj in Veliko Turnovo slang
Klooster van de Sveta Troitska (heilige drievuldigheid)
De fresco's moeten nog ingekleurd worden
smaragdhagedis
toerisme in Abranassi
keuken in het 14e eeuwse huis
babykamer in het 14e eeuwse huis
vroegere fabrieksschoorsteen
Vanmorgen gingen we om 8 uur eerst met de hotelmeneer uit wandelen. Aan de overkant van de straat, 200 meter verderop was een café waarin hij het ontbijt voor zijn gasten liet verzorgen. Het kostte wat administratieve rompslomp, maar na een half uur hadden wij onze koffie en pitabroodjes met gesmolten kaas op en konden we gaan wandelen. Het was best al warm. Hadden we maar eerder ontbeten... Eerst liepen we richting Tsarenvetsj, een berg met de resten van het complex waar vroeger de tsaren woonden. Dat zag er heel mooi uit! We liepen door een buurtje met allemaal grappige kleine winmkeltjes, staken de rivier over langs een oude kerk en ineens waren we uit de stad. We liepen over een weggetje langs de bosrand. Veel mooie planten en vlinders en de Oosteuropesche variant van de boomklever (veel wittere buik). Er kwam een jongentje voorbij met een dode slang en anderhalf uur later stonden we voor de deur van het klooster. Er hing een bord met alle restricties. Dus mouwen en pijpen aan en naar binnen. Het klooster van de sveta Troitska (heilige drievuldigheid) ligt er al heel lang, maar is bij de grote aardbeving van 1913 verwoest en pas in 1948 weer opgebouwd. Nog niet alle fresco's zijn af. We waren niet écht welkom, maar het was wel een mooi sfeervol complex. We gingen weer naar buiten en klommen langs de rotswand door het bos omhoog naar de Bozjur hut. Die stond midden op een groot grasveld met speeltoestellen en veel vlinders. Onder de bomen was een picknickplaats met allemaal picknicktafels en een brandend vuurtje in de vuurplaats. Hoewel het nog maar half 12 was, zaten er al veel mensen van alles te kokkerellen op het vuur. Nadat ook wij ons brood hadden opgegeten, gingenwe verder. We liepen over een half bos, half grasland pad. In het begin waren er veel mensen bosaardbeitjes aan het plukken, maar al snel zagen we niemand meer. Na weer zo'n anderhalf uur lopen kwamen we in Abranassi. Dat is een dorpje dat in de 11e eeuw is gesticht door Albanese Christenen. Allemaal ommuurde huizen en best welvarend. Dat was het vroeger ook al, want deze mensen waren handelaren met allerlei privileges. Nu is het een grote toeristische attractie. Er waren net een paar busladingen gearriveerd. Het zat daardoor behoorlijk vol in de kroegjes. In de schaduw was geen plaats meer, of je moest wat eten. In een kroeg was een life-optreden van een bandje met danseressen. Nou dan eerst maar een authentiek woonhuis uit de 14e eeuw bekijken. Ondanks dat het huis van een christelijke rijke wolhandelaar was, zag het er behoorlijk Turks uit. Maar ja, de man handelde met iedereen. Hierna vonden we tóch een schaduwplekje op het terras waar we alleen wat mochten drinken (omdat het zo warm was). Nu wandeleden we weer verder. Via weer een klooster (laat maar) wandelden we over de Zuidhelling naar Veliko Turnovo terug. Op het laatst langs allemaal prachtige vergane glorie bedrijven en over de rivier de stad in. Daar aten we bij de Tsarenvetsj een ijsje en spoeden ons daarna via douche nar de diverse terrassen en restaurantjes.
Vanmorgen gingen we om 8 uur eerst met de hotelmeneer uit wandelen. Aan de overkant van de straat, 200 meter verderop was een café waarin hij het ontbijt voor zijn gasten liet verzorgen. Het kostte wat administratieve rompslomp, maar na een half uur hadden wij onze koffie en pitabroodjes met gesmolten kaas op en konden we gaan wandelen. Het was best al warm. Hadden we maar eerder ontbeten... Eerst liepen we richting Tsarenvetsj, een berg met de resten van het complex waar vroeger de tsaren woonden. Dat zag er heel mooi uit! We liepen door een buurtje met allemaal grappige kleine winmkeltjes, staken de rivier over langs een oude kerk en ineens waren we uit de stad. We liepen over een weggetje langs de bosrand. Veel mooie planten en vlinders en de Oosteuropesche variant van de boomklever (veel wittere buik). Er kwam een jongentje voorbij met een dode slang en anderhalf uur later stonden we voor de deur van het klooster. Er hing een bord met alle restricties. Dus mouwen en pijpen aan en naar binnen. Het klooster van de sveta Troitska (heilige drievuldigheid) ligt er al heel lang, maar is bij de grote aardbeving van 1913 verwoest en pas in 1948 weer opgebouwd. Nog niet alle fresco's zijn af. We waren niet écht welkom, maar het was wel een mooi sfeervol complex. We gingen weer naar buiten en klommen langs de rotswand door het bos omhoog naar de Bozjur hut. Die stond midden op een groot grasveld met speeltoestellen en veel vlinders. Onder de bomen was een picknickplaats met allemaal picknicktafels en een brandend vuurtje in de vuurplaats. Hoewel het nog maar half 12 was, zaten er al veel mensen van alles te kokkerellen op het vuur. Nadat ook wij ons brood hadden opgegeten, gingenwe verder. We liepen over een half bos, half grasland pad. In het begin waren er veel mensen bosaardbeitjes aan het plukken, maar al snel zagen we niemand meer. Na weer zo'n anderhalf uur lopen kwamen we in Abranassi. Dat is een dorpje dat in de 11e eeuw is gesticht door Albanese Christenen. Allemaal ommuurde huizen en best welvarend. Dat was het vroeger ook al, want deze mensen waren handelaren met allerlei privileges. Nu is het een grote toeristische attractie. Er waren net een paar busladingen gearriveerd. Het zat daardoor behoorlijk vol in de kroegjes. In de schaduw was geen plaats meer, of je moest wat eten. In een kroeg was een life-optreden van een bandje met danseressen. Nou dan eerst maar een authentiek woonhuis uit de 14e eeuw bekijken. Ondanks dat het huis van een christelijke rijke wolhandelaar was, zag het er behoorlijk Turks uit. Maar ja, de man handelde met iedereen. Hierna vonden we tóch een schaduwplekje op het terras waar we alleen wat mochten drinken (omdat het zo warm was). Nu wandeleden we weer verder. Via weer een klooster (laat maar) wandelden we over de Zuidhelling naar Veliko Turnovo terug. Op het laatst langs allemaal prachtige vergane glorie bedrijven en over de rivier de stad in. Daar aten we bij de Tsarenvetsj een ijsje en spoeden ons daarna via douche nar de diverse terrassen en restaurantjes.
1 opmerking:
wauw dat ziet er echt mooi uit daar!
Een reactie posten